Een vraag die vaker voorkomt is; wat is een defibrillator? Een defibrillator, ook wel AED genoemd, is een apparaat dat levens kan redden. In het geval van ernstige hartritmestoornissen of een circulatiestilstand wordt de defibrillator ingezet. Wanneer iemand een circulatiestilstand heeft lijkt het erop dat het hart stilstaat, maar in werkelijkheid trekken de hartkamers niet meer goed samen. Door een defibrillator te gebruiken kun je het hart als het ware resetten, zodat het weer normaal gaat kloppen. Een defibrillator is in ieder geval te vinden in ziekenhuizen, maar ook op veel openbare plekken, bijvoorbeeld op publieke locaties zoals een winkelcentrum.

De werking van een defibrillator

Er zijn twee soorten defibrillators: een volautomatische en een halfautomatische. Een volautomatische defibrillator wordt er automatisch een schok afgegeven. Bij een half automatische defibrillator ontstaat er een schok door een knop in te drukken. Beide apparaten doen wel eerst een meting om te kijken of een schok nodig is. Hoe moet je de defibrillator gebruiken? Wanneer iemand in je omgeving een circulatiestilstand heeft moet je snel handelen.

Begin eerst met de reanimatie, totdat de defibrillator is gearriveerd. De reanimatie bestaat uit dertig borstcompressies en twee beademingen. Zodra de AED er is doe je het volgende:

  • Ontbloot de borstkas van het slachtoffer door de bovenkleding te verwijderen.
  • Doe eerst de hartmeting, dit doe je door de twee elektroden op de borstkas te plakken
  • De defibrillator laat zien wat de volgende stap is: of verdergaan met reanimeren of een schok toedienen. Bij een volautomatische defibrillator zal de schok zelf toegediend worden, bij een halfautomatische kun je de knop indrukken.